Zondag 2 december 2012
Hoewel we dachten dat men ons Harteke direct zou gaan opereren of behandelen, is dat niet zo. We spreken professor Van Calenberg, neurochirurg gespecialiseerd in het opereren van kinderen. Men laat ons de foto van de MRI zien met de tumor. Dat is imposant, groot, en hij zit diep. Hij legt ons uit dat ze zulk een tumor nooit helemaal operatief kunnen verwijderen. Dat ze de biopsie willen afwachten om te kijken welk type tumor het is en hoe ze dat type het beste aanpakken. We verstaan het niet altijd even goed.
We mogen ons Harteke al eens zien van 10:30 tot 11:00. Al die draadjes, al die machines, pc’s, medicijnen… Je gelooft je ogen niet. Ze is rustig, de druk wordt af en toe gemeten. We vragen in de loop van de dagen wat voor wat dient, welk medicijn er in welke spuit of in welk zakje zit.
De neurochirurg brengt ons ook geen goed nieuws. Hij vreest ervoor dat de tumor kwaadaardig is. Dit kom hard aan, zeker omdat we de dag voordien ietwat geruststellend nieuws kregen. Het wordt duidelijk dat de vele informatie soms verschillend te interpreteren is, elk woord is belangrijk, maar als ouder hoor je die natuurlijk niet allemaal.
Een arts antwoordt ons op de vraag ‘wat als het kwaadaardig is’ met ‘dan staan we met onze rug tegen de muur’. Dit zijn antwoorden die je niet wil horen, die je hele lichaam emotioneel verzwakken.
Zondagnamiddag opent ons Harteke nogal onverwacht haar ogen. Jenne, Lieven en oma Paule zijn net op bezoek. Ze knijpt in mama's hand als die dat vraagt. De linkerkant van Harte werkt beter dan de rechterkant. s Avonds wordt ze nog een keer wakker. Dat is door de verdoving door, het is niet de bedoeling dus besluiten de dokters een ander slaapmiddel toe te dienen. Ze moet immers goed rusten.
Papa en mama vinden het nochtans een geweldig moment om te zien dat ons Harteke er nog is, ze putten er moed en hoop uit. Papa had Harte immers niet meer met ogen open gezien sinds vrijdagmorgen, bij mama was het van vrijdagavond geleden. Dan zijn zulke momenten echt hartverwarmend.