Vrijdag 28 december 2012
Vandaag moet Harte op controle naar Gasthuisberg, o.a. voor het verwijderen van de draadjes van de operatie. Papa gaat met Harte naar Leuven. Mama gaat naar de begrafenis van Mia, lid van het toneel en vrouw van Jan; van hen hebben we ons huis bijna 10 jaar geleden gekocht. Oma Paule gaat met Jenne zwemmen en brengt hem nadien naar de crèche, Tijl is al sinds de dag voordien bij Jurre, zijn beste vriend, hij mag er blijven slapen. Een heel georganiseer, omdat we niet goed weten hoe lang enerzijds de begrafenis en anderzijds het ziekenhuisbezoek zullen duren.
Harte heeft er niet veel zin in, maar het valt wel mee als ze beseft dat ze nog niet onder Radio Robby moet. De rit naar Leuven verloopt voor de afwisseling eens vlot, we zijn tijdig in Gasthuisberg. Consultatie om 12.00 u. staat er op het papier dat papa krijgt, vreemd omdat hij zich om 09u moet aanmelden. Geen probleem, ze zullen Harte er wel ergens tussendoor bijnemen.
De controle verloopt vlot. Harte toont zich weer sterk als de draadjes en plakkers verwijderd worden. Het is bij wijze van spreken kiezen tussen de pest en de cholera: ofwel de plakkers zondermeer verwijderen, met veel pijn. Ofwel eerst een ijskoude spray waardoor de plakkers zonder pijn verwijderd kunnen worden. Harte kiest dan toch maar voor de ijskoude spray. De wondjes op haar hoofd zijn allemaal alvast goed genezen, binnen een tweetal dagen mag haar hoofd gewassen worden.
Ook de wonden aan de port-a-cat worden aangepakt. Daar heeft ze iets meer pech. Eén wondje is ontstoken, het lusje van het draadje zit in het ‘zweertje’, er komen even tranen aan te pas, de arts moet immers dat lusje eruit getrokken krijgen. Maar papa’s hand om in te knijpen, Minnie Mouse en een beetje afleiding helpen om de pijn even te vergeten.
De artsen doen verder nog wat oefeningen met Harte om haar motoriek, evenwicht en kracht te testen. Ze doet het goed, de rechterhand blijft een moeilijk, door het bibberen heeft ze hiermee wat moeite. En alleen over een smalle lijn wandelen is ook nog te moeilijk, maar verder evolueert ze positief.
Papa en mama hadden een aantal vragen op papier gezet waarop ze nog een antwoord willen. Papa spreekt de arts aan, die echter ook geen volledig uitsluitsel kan geven. Het is vervelend dat dit een andere afdeling is, en de artsen die nu de controle doen Harte voordien niet opgevolgd hebben. Papa krijgt ook nog extra informatie over het verzorgen van de port-a-cat voordat er bloed moet getrokken worden.
Redelijk snel kunnen papa en Harte terug naar Mechelen rijden.
Aan tafel ’s middags gaat het o.a. over de begrafenis van Mia, mama is ondertussen thuisgekomen. Harte vraagt wat een begrafenis is, mama tracht dit uit te leggen. “Hoe oud was Mia”, vraagt ze. “67 jaar”, antwoordt mama. “Amai, dat is niet oud; je sterft pas als je oneindig bent”, reageert ze. Bam, zulke uitspraken – die in principe gewoon kinds zijn – krijgen in deze periode een pijnlijke bijklank. Even voordien zei ze tegen papa “als ik 18 jaar ben mag ik twee of 3 eitjes eten”, als reactie op een antwoord waarom kinderen eigenlijk niet te veel eieren mogen eten. En dan antwoord je “ja Harte, als je 18 bent mag dat”…
Die uitspraken zullen er altijd al geweest zijn, en zijn op zich ook totaal onschuldig, het valt echter op hoe opvallend deze nu zijn.
’s Avonds gaat mama met Jenne naar de dokter. Hij doet moeilijk en geeft aan pijn te hebben. We denken dat hij nog niet volledig genezen is van zijn oorontsteking van enkele weken geleden, maar dat is niet het geval. Tijl komt vrij laat terug van zijn logeerpartijtje bij Jurre. Het was heel leuk, ze hadden na het eten nog een film gekeken. Geen probleem dat hij wat later zou zijn vond mama, het is uiteindelijk toch vakantie. We laten Tijl nog wat tot rust komen vooraleer hij moet gaan slapen. Maar toch ontstaat er een ruzie tussen papa en Tijl over het naar bed gaan. Beiden jagen zich op, je merkt dat de combinatie eindejaar-feesten-terug thuis toch wel wat aanpassingsproblemen met zich meebrengen.
We kregen nog een e-mail van een kennis, wiens broertje in net dezelfde situatie zat. Papa ging vroeger af en toe met hem op café, maar had hem ondertussen al jaren niet meer gezien. Als zo iemand je dan plots contacteert, dan betekent dat veel. De kennis vertelt op onze vraag kort zijn ervaren, hij was 7 toen zijn broertje stierf, hij wil zijn mama gerust eens vragen om met ons te komen praten, over hoe hier als ouder mee om te gaan. We besluiten erop in te gaan. Hij vertelt ook een anekdote hoe hij er zelf als kind mee omging, het helpt ons een beetje om te gaan met de vrees hoe Tijl erop zal reageren.
’s Avonds laat hebben papa en mama een zeer zwaar gesprek. De schrik neemt toe, er wordt gehuild, we hebben zoveel vragen en geen antwoorden. Waarom overkomt dit ons toch, we voelen ons onrechtvaardig behandeld. We proberen ons sterk te houden, maar twijfels en angst overheersen. Gelukkig kunnen we erover praten, het besef groeit wel dat we moeten vermijden dat we dit opkroppen of onze frustraties op elkaar of de kinderen afreageren. “Let heel goed op dat angst, machteloosheid of wanhoop je niet beginnen te overmannen”, mailt de kennis ook. Hij benoemt dit gevaar, en eigenlijk is het goed dat hij dit spontaan gedaan heeft.